Riet Moens |
1.1 Plaatsbepaling van de kaart in het onderzoek 59
1.2 Remote sensing beelden................................... 60
1.3 Nadere beschouwing bij de interpretatie....... 61
1.4 De legenda............................................................. 62
1.5 De schaal van een kaart...................................... 62
1.6 Verschillende typen kaarten............................. 63
1.7 Het kaartonderzoek............................................. 64
1.8 Inventariserend onderzoek met kaarten....... 64
1.9 Historisch of bronnen onderzoek.................... 65
1.10 Vergelijkend onderzoek.................................... 65
1.11 Morfologisch onderzoek.................................... 67
1.12 Ontwerpend morfologisch onderzoek........... 68
1.13 Literatuur............................................................... 68
Het onderzoek is onder te verdelen in een drietal verschillende
onderzoeken.
§
Het vastleggen in
een kaart van onderzoekgegevens
§
Het onderzoek
door vergelijking en deductie van kaarten
§
Het vervaardigen
van kaarten als zodanig
Dit artikel behandelt voornamelijk de eerste twee soorten onderzoek
omdat deze van belang zijn voor het vakgebied stedenbouw.
Het vastleggen van onderzoekgegevens door middel van tekens in een
kaart is beschrijvend onderzoek. In feite wordt door middel van een teken een
vorm zonder woorden vastgelegd. De inhoud van het teken op zich is door woorden
beschreven. In de vorm van een lijst -de legenda- wordt bij elke kaart de
betekenis van alle gebruikte tekens in een korte beschrijving gegeven. Het
bepalen van de inhoud met name de variatie aan vast te leggen gegevens en de
grootte van de legenda is zowel een inhoudelijk (door het ruimtelijk onderzoek
bepaald) als een productie-technisch probleem.
Het onderzoek van kaarten door vergelijking en deductie gaat verder dan
het vastleggen van vormen door middel van bekende of afgesproken tekens. Deze
onderzoeken omvatten zowel historisch onderzoek (ontwikkeling) als
categoriserend onderzoek (herkenning). Ook ontwerpend onderzoek met behulp van
kaarten behoort tot de mogelijkheden.
Een gebied kan ruimtelijk (zonder woorden) gedocumenteerd worden. Deze documentatie wordt via een afbeelding gemaakt. Deze afbeeldingen kunnen in de vorm van een kaart of een luchtfoto of satellietbeeld[1] zijn maar ook in de vorm van een maquette.
Wij beperken ons tot documentatie in het platte vlak; met andere woorden afbeeldingen (kaarten, luchtfotos en satellietbeelden) van een gebied, die een weergave zijn van dat gebied. Van deze afbeeldingen is de verticale weergave het onderwerp van studie. Deze verticale afbeelding in de vorm van een kaart of een remote sensing beeld is in feite een vervorming van de werkelijkheid, doordat op een plat vlak een projectie van een deel van het aardoppervlak (een bolvorm) wordt vastgelegd.
Een kaart is een geabstraheerde voorstelling van (een deel van) de aarde. De inhoud van de kaart wordt bepaald door het onderwerp van onderzoek zoals topografie, infrastructuur, morfologie enz. De gegevens zijn door terreinopnames verkregen.
Het remote sensing beeld is een afbeelding als een product van een aantal technieken om informatie over een voorwerp en zijn omgeving te verkrijgen van een afstand zonder het voorwerp fysiek aan te raken. Een voorbeeld van zo een techniek is de luchtfoto van een gebied.
Het onderzoek van en met kaarten is sinds het begin van de 20e eeuw uitgebreid met het onderzoek van remote sensing beelden en wel met name luchtfotos. De verticale beelden geven in werkelijke verhouding een gedetailleerde registratie van alle aanwezige vormen op de aarde weer. Een correctie op vertekening ten gevolge van de projectie (van bol naar vlak) en opname techniek ligt binnen het werkterrein van de geodesie.
Vormen van het aardoppervlak kunnen aan de vorm zelf zoals een gebouw, een weg of door een combinatie van vormen herkend worden. Deze beelden zijn tevens een document van de tijd van opname, die standaard is vastgelegd op de afbeelding (foto) zelf. De huidige generatie topografische kaarten zijn allen afgeleid van het remote sensing beeld.
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen remote sensing afbeeldingen en kaarten. Remote sensing afbeeldingen zijn in feite ongeordend materiaal zonder legenda, terwijl kaarten voorzien zijn van een legenda, een verklarende lijst van tekens.. Vele recente kaarten hebben de remote sensing beelden als basis.
Het onderzoek van remote sensing beelden zoals luchtfotos kan twee verschillende opties hebben. De eerste optie is het vervaardigen van een topografische kaart en de tweede optie is onderzoek als ondersteuning binnen een onderzoek van kaarten en bij voorbeeld luchtfotos. Beide onderzoeken zullen in principe niet veel van elkaar verschillen, omdat het in beide gevallen om het herkennen en het interpreteren van vormen gaat en het vervolgens op de een of andere manier vastleggen in een document. Het verschil bestaat voornamelijk uit mate van diepgang, systematiek en methode van vastleggen.
De mate van kennis van de onderzoeker op zijn vakgebied bepaalt de herkenning van de vormen. Bovendien spelen eigenschappen van de onderzoeker als het vermogen om zich een vorm van bovenaf voor te kunnen stellen en een enorm geduld een belangrijke rol bij het werk. Een geoefend onderzoeker zal sneller resultaat boeken bij herkennen en identificeren. Bovendien levert kennis van het gebied, dat de satelietbeelden beslaat, eveneens voordelen op bij het onderzoek.
In principe vindt het onderzoek van remote sensing beelden om een kaart te vervaardigen op de volgende manier plaats.
De onderzoeker ordent het materiaal en probeert door het kijken (het lezen) vormen en structuren te onderscheiden, te herkennen en te identificeren. Met behulp van een aantal karakteristieken zoals grijstoon of kleur, textuur, patroon, vorm, maat, hoogte, schaduw en situatie of omgeving kunnen vormen herkend en vastgesteld worden.
Het resultaat van dit werk is een lijst van vormen, een voorlopige legenda. Tevens wordt de methode van weergave van de vormen door tekens en eventueel kleur vastgelegd. Pas wanneer er een (voorlopige) legenda is opgesteld wordt het remote sensing beeld meer dan een willekeurig plaatje. Er is een typologie met een ordening opgesteld. Deze typologie wordt in sterke mate bepaald door het vakgebied van de onderzoeker.
Deze voorlopige legenda vormt de basis voor het verdere onderzoek, de interpretatie. Bij de interpretatie wordt door combineren van vormen, de ligging van vormen ten opzichte van elkaar en kennis van een situatie een verdere invulling gegeven aan de inhoud van het remote sensing beeld. Bij dit onderdeel speelt de mogelijkheid van de onderzoeker om zich een situatie voor te stellen een belangrijke rol.
Voorbeeld: In een havengebied staan verschillende gebouwen zoals terminals, scheepswerven, vemen, opslagplaatsen voor olie of granen en andere stoffen, er liggen kades met bijbehorende voorzieningen zoals kranen en terreinen voor containers. Hoe zouden deze activiteiten er op een luchtfoto (van bovenaf) uit kunnen zien; kunnen soortgelijke elementen en activiteiten herkend worden.
|
Oliehaven
Pernis Rotterdam, bron
luchtfoto 1970 |
Het resultaat van deze bewerkingen is een kaart een persoonlijke interpretatie van een situatie vastgelegd op een remote sensing beeld. Deze kaart is in principe niet objectief. Door het vastleggen van een code met vormen en situaties, een legenda, van de interpretatie wordt een hogere mate van objectiviteit bereikt, wanneer dezelfde interpretatie herhaald wordt voor een ander gebied. De legenda verhoogt eveneens de uniformiteit en de nauwkeurigheid van de herhalingen van de interpretatie voor andere gebieden. Wanneer blijkt, dat er bij de herhaling van de interpretatie van een nieuw gebied geen adequate tekens zijn om nieuwe vormen weer te geven, wordt de legenda met nieuwe legenda eenheden uitgebreid. Alle tekens van de kaart dienen minstens in de legenda aanwezig te zijn.
De ligging van vormen en elementen ten opzichte van elkaar wordt door een projectie methode in een plat vlak bepaald. De projectie van een boloppervlak op een vlak wordt in het kader van het artikel buiten beschouwing gelaten.
Door het niet kunnen weergeven van de kleinste vormen en elementen ten gevolge van de beperkingen, die inherent zijn aan het maken van een kaart - zoals schaalverschil met de werkelijkheid, dikte van lijnen, weergave van een oppervlak - worden vormen en elementen samengevoegd, geabstraheerd, weggelaten en naargelang de belangrijkheid overdreven weergegeven.
Een voorbeeld van deze methode van het maken van kaarten - het vastleggen door middel van tekens van de vormen, die aan het aardoppervlak voorkomen - zijn de topografische kaarten. De topografische kaart wordt gebruikt als basiskaart voor het fabriceren van thematische kaarten.[2]
Het gebruik van remote sensing beelden bij bestudering van een gebied als hulpmiddel of als aanvulling op het kaartmateriaal is eveneens gebaseerd op herkenning en interpretatie. In feite wordt dezelfde procedure als boven omschreven is gevolgd. De onderzoeker kan met behulp van deze beelden een nadere precisering en inhoud van de geabstraheerde vorm vast stellen of indien nodig met de meest recente remote sensing beelden de kaarten bijwerken tot het moment van studie.
Vooral bij de interpretatie van remote sensing beelden wordt gebruik gemaakt van interpretatie sleutels of determineertabellen voor vormen. Een tabel helpt bij de identificatie van de vorm op een georganiseerde en consistente manier.
Een tabel kan over het algemeen op verschillende manieren samengesteld worden. De meest gangbare tabellen zijn een selectie tabel en een tabel gebaseerd op eliminatie. De tabel kan zowel in geschreven vorm als uit afbeeldingen met of zonder beschrijving bestaan.
Uit de selectie tabel wordt door vergelijking van de vorm van de afbeelding met een standaardvorm uit de tabel de vorm vastgesteld.
Bij eliminatie wordt in een stap voor stap methode steeds een keuze uit verschillende mogelijkheden gedaan en voortgaand met het gekozene door nadere precisering weer een keuze uit verschillende mogelijkheden gemaakt. Uiteindelijk moet het resultaat dan een eensluidend antwoord zijn op de vraag welke vorm is dit. Voor determinatie van vormen aan het aardoppervlak is deze methode met name uitermate geschikt voor de herkenning van cultuuruitingen zoals gebouwen en civiele werken. Deze methode wordt bij voorbeeld ook gebruikt voor de determinatie van planten.
1. BEBOUWD GEBIED |
|||
1 : 250
000 Nationaal |
|||
|
1.1
Woonbebouwing |
||
|
1 : 50
000 Regionaal |
||
|
|
Woningtype |
|
|
|
1 : 10
000 Locaal |
|
|
|
1.1.1
Vrijstaand
huis 1.1.2
twee
onder een kap 1.1.3
rijtje
woningen 1.1.4
urban
villa 1.1.5
appartementen
laag 1.1.6
appartementen
middel hoog 1.1.7
appartementen
hoog 1.1.8
flats
4 lagen 1.1.9
flats
middel hoog 1.1.10 flats hoogbouw 1.1.11 …… |
|
|
1.2 handel en diensten |
||
|
|
1.2.1
winkel 1.2.2
winkelcomplex 1.2.3
winkelcentrum 1.2.4
horeca 1.2.5
uitgaans
centrum 1.2.6
scholen 1.2.7
medische
voorzieningen 1.2.8
begraafplaats 1.2.9
…. |
|
|
1.3 industrie |
||
|
|
1.3.1
…. |
|
|
1.4 gemengd wonen en handel |
||
|
|
1.4.1 …. |
|
|
1.5 gemengd wonen en industrie |
||
|
|
1.5.1 …. |
|
|
1.6 gemengd handel en industrie |
||
|
|
1.6.1 …. |
|
|
1.7 verkeer en vervoer |
||
|
|
1.7.1 …. |
|
Voorbeeld van
een eenvoudige determinatietabel
Het ontwerpen van een legenda behorend bij een kaart is een onderwerp, dat aandacht verdient. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen de inhoud van de kaart en de afbeelding of de weergave van de inhoud op een kaart. Het verdient aanbeveling om de inhoud van de kaart zo eenduidig mogelijk te houden. Met ander woorden verwerk niet in een kaart twee totaal verschillende onderzoeken, die niets met elkaar te maken hebben. Maak aparte kaarten van de verschillende onderdelen van het onderzoek. Deze kaarten kunnen door een zeefanalyse met elkaar vergeleken worden. Beperk bovendien in een legenda het aantal categorieën in verband met de leesbaarheid.
Er moeten wetenschappelijk weloverwogen keuzes gedaan worden op het gebied van rangorde in grootte en belangrijkheid van de verschillende elementen en vormen. Het typerend of kenmerkend zijn van dezelfde elementen en vormen speelt eveneens een rol bij het onderzoek. Door de keuze wordt de schaal en de legenda van de kaart bepaald.
Anders gezegd bepaalt het
onderwerp van de kaart de “inhoud” van de legenda. De gekozen schaal van de
kaart bepaalt de gedetailleerdheid van de kaart en derhalve ook het aantal
legenda eenheden. Er kan gesteld worden, dat de inhoud van het onderzoek de
elementen bepaalt, die tenminste afgebeeld moeten worden. De inhoud bepaalt
daarom ook de schaal van de kaart.
Naast de inhoudelijke kant van de kaart is er technische kennis nodig over het onderscheidingsvermogen van de mens. Dit betreft het afbeelden van elementen en vormen op een kaart en gebruik van kleuren en / of grijstinten enz. Er is kennis nodig ten aanzien van het aantal elementen, dat te onderscheiden is op een kaart en van het kleinst mogelijke element, dat nog te onderscheiden is bij de gekozen schaal. Met andere woorden in hoeverre moeten of kunnen bij voorbeeld elementen wat betreft vorm vereenvoudigd (rechtgetrokken) of weggelaten worden. Wat is de belangrijkheid van een element op een afbeelding? In hoeverre mag een kaart ten opzichte van de werkelijkheid geabstraheerd worden?
Naast deze kennis op het gebied van waarnemingsvermogen van de mens, moet er ook kennis zijn op het gebied van reproductietechnieken (zowel analoog als digitaal).
Zoals hierboven reeds vermeld is, wordt over het algemeen de schaal van een kaart door het onderwerp van studie bepaald.
De nauwkeurigheid van de kaart hangt samen met de schaal. Immers op een kaart met een schaal van 1:1.000 wordt een weg van 10m breed in verhouding weergegeven door een lijn van 1cm dik, terwijl op een kaart met een schaal van 1:10.000 dezelfde weg door een lijn van 1mm dik wordt weergegeven. Bij een nog kleinere schaal (1:100.000) is deze weg helemaal niet meer in verhouding aan te geven. Wanneer we echter deze weg zeer belangrijk vinden kan door middel van een teken deze weg toch aangegeven worden, waarbij in de legenda dan de breedte van de weg benoemd wordt. Er treedt dan een schaalvervalsing op, waar bewust voor gekozen is. Metingen op deze laatste kaart om de breedte van de weg te bepalen geven niet de juiste breedte van de weg aan. Bovendien is de juiste ligging van deze weg ook niet meer te bepalen alleen een marge, waarbinnen de weg ligt.
Uit bovenstaand betoog moge het duidelijk zijn, dat op kaarten met een kleine schaal (1:100.000) minder informatie verwerkt kan worden dan op kaarten met een grote schaal (1:1.000). Op kaarten met een kleine schaal zijn de vormen geabstraheerd en worden verwante of bij elkaar horende vormen in een categorie geplaatst. Bij vergroten van kaarten met een kleine schaal worden de informatie niet meer en de nauwkeurigheid niet groter. Omgekeerd verkleinen van kaarten met een grote schaal levert een kaart met een kleinere schaal met dezelfde informatie en nauwkeurigheid van de oorspronkelijke kaart mits de nieuwe kaart technisch gereproduceerd kan worden. Indien de reproductie niet kan is de nauwkeurigheid minstens gelijk aan de nauwkeurigheid, die inherent is aan de nieuwe schaal.
|
|
|
|
|
|
|
|
Schaalvergelijking
Rhenen TPD |
Over het algemeen wordt er in de kartografie een onderscheid gemaakt tussen de basiskaart, de topografische kaart, en thematische kaarten.
De basiskaart is een tweedimensionale weergave van de topografische vormen en elementen, die aan het aardoppervlak voorkomen. De basiskaart omvat over het algemeen de volgende elementen hoogteligging, water, infrastructuur, bebouwing, begroeiïng en landgebruik zoals bos, akker, weide enz.. De basiskaart dient meestal als ondergrond voor de thematische kaarten.
Thematische kaarten kunnen enerzijds een directe afgeleide zijn van de basiskaart zoals een autowegenkaart, een toeristische routekaart, een verspreidingskaart nederzettingen, een waterlopenkaart enz. Maar ook vastgelegde gegevens op een kaart wat betreft kadastrale eenheden, eigendomsverhoudingen, waterstaatkundige eenheden enz. behoren tot de thematische kaarten.
|
Wegenkaart
van Nederland |
Een afzonderlijke categorie thematische kaarten vormen de kaarten, waarop de verspreiding van karakteristieke niet topografische elementen worden weergegeven. Voorbeelden hiervan zijn geologische en bodemkundige kaarten, vegetatiekaarten, bevolkingskaarten, statistische spreidingskaarten. De gegevens voor deze kaarten zijn door onderzoek verkregen. Zij zijn gebaseerd op veldgegevens of op (bronnen)onderzoek.
|
Thematische
kaart veldgegevens |
|
Thematische
kaart bronnenonderzoek |
Voorbeeld thematische kaart verspreidingskaart bevolking en geologische kaart.
Het onderzoek met behulp van kaarten omvat zowel inventariserend en bronnen onderzoek als ook alom vertrouwde methodes van onderzoek zoals beschrijven, vergelijken, evalueren en probleem signaleren.
Het spreekt vanzelf, dat in plaats van kaarten ook remote sensing beelden zoals luchtfotos en satelliet opnames gebruikt kunnen worden voor het onderzoek.
Dit onderzoek omvat de volgende bewerkingen afhankelijk van de keuze van het onderwerp van inventarisatie:
§ het verzamelen van materiaal in de vorm van kaarten en remote sensing beelden
§ het op een schaal brengen van het materiaal door vergroten en verkleinen (denk aan schijnnauwkeurigheid en abstractie)
§ het bestuderen van de kaarten
§ het verwerken van de uitkomst van het onderzoek al dan niet in kaartvorm.
Het onderwerp van de inventarisatie bepaalt de inhoud en de legenda van de nieuw gegenereerde kaart. De inventarisatie is in feite puur opnieuw tekenen in vormen, die in een legenda worden vastgelegd. Met andere woorden door middel van tekens wordt een beschrijving gegeven.
Als basiskaart wordt over het algemeen de topografische kaart gebruikt, omdat deze kaart een zo objectief mogelijke weergave van de werkelijkheid is.
In feite zou men deze kaarten tweede generatie kaarten kunnen noemen, omdat ze direct afgeleid zijn uit andere reeds bestaande kaarten.
Bij bronnen of historisch onderzoek van kaarten vindt naast een inventariserend onderzoek ook een vergelijkend onderzoek plaats. Het onderzoek vindt voornamelijk aan de hand van topografische kaarten van verschillende ouderdom plaats. De ontwikkeling van een fenomeen wordt in de loop der tijd onderzocht. Eventueel kan het kaartmateriaal aangevuld worden met luchtfotos. Er worden als verklaring ook andere kaarten dan topografische kaarten zoals waterlopen kaarten, wegenkaarten, eigendomskaarten enz., die de topografische kaart als ondergrond gebruiken, bestudeerd. Naast vergelijking van verschillende historische kaarten ondergaan de kaarten bewerkingen. Gegevens van verschillende kaarten worden voor zo ver mogelijk onder een noemer gebracht. De kaarten worden eventueel aangevuld met gegevens uit geschreven bronnen. Bij voorbeeld in het geval van onderzoek naar bodemverontreiniging wordt gebruik gemaakt van gegevens uit chemisch bodemonderzoek en gemeentelijke vergunningen gevraagd voor de hinderwet van de in dat gebied gevestigde bedrijven.
|
|
Vergelijking
tussen 1850-1864 met ca. 1987 |
Het historisch vergelijkend onderzoek kan nog aangevuld worden met een interpretatie van de kaarten. Bij dit onderzoek worden anomalieën en gelijkvormige elementen herkend en vastgesteld. Zo worden b.v. opvallende topografische elementen zoals verkavelingen, waterlopen, rangschikking en vorm van nederzettingen nader bekeken. Men tracht verklaringen te vinden voor de karakteristieken, die bij de interpretatie gevonden zijn. Deze verklaringen kunnen gebaseerd zijn op vergelijking met een thematische kaart zoals geologische en bodemkaarten, grondwatertrappenkaarten en hoogtelijnenkaarten. Ook geschreven bronnen zoals rekeningen, verslagen van aankoop van terreinen kunnen de karakteristieken verklaren.
De verklaring van de karakteristieke elementen, kan uitmonden in onderzoek naar de te tolereren afwijkingen binnen de vorm. Op deze manier kan het archetype van de vorm vastgesteld worden. Met behulp van dit archetype kan vervolgens weer vergelijkend onderzoek gedaan worden met andere kaarten naar voorkomen en verspreiding van dit type. Een goed voorbeeld hiervan is de indeling in landschappen, die er in Nederland op grond van verkavelings- en nederzettings- structuur gemaakt is. (Hofstee en Vlam, Visser, Maas)
|
|
Naar Maas |
Onderzoek door middel van zeefanalyse van kaarten, waarin een bepaalde functie is vastgelegd, valt eveneens onder vergelijkend onderzoek. De analyse levert een geschiktheid, die al of niet gekoppeld is aan een weging. Het resultaat van de zeefanalyse is een potentiekaart voor bij voorbeeld landbouw. In Design with nature van Ian L. McHarg wordt deze methode beschreven aan de hand van toepassingen op het gebied van de ruimtelijke ordening.
|
|
Naar Mc Harg |
De laatste ontwikkeling op het gebied van zeefanalyse zijn de analyses, die met behulp van GIS (geografische informatie systemen) met een computer uitgevoerd worden. Kaarten worden in lagen met informatie opgeslagen in de computer. De informatie per laag wordt in de vorm van pixels vastgelegd. Door verschillende lagen te combineren of te zeven ontstaan potentiekaarten voor een gekozen functie. Het spreekt voor zich, dat bij deze computerbewerkingen de grootte van de pixel een belangrijke rol speelt voor de nauwkeurigheid van het product. Zo is de hoeveelheid informatie opgeslagen in de verschillende lagen eveneens van cruciaal belang voor de onderbouwing van het resultaat.
Bij het stedenbouwkundig onderzoek wordt om kennis van het gebied wat betreft ligging en structuur van de bebouwing, landgebruik, infrastructuur verdeling land water enz. te verkrijgen veelvuldig gebruik gemaakt van afbeeldingen van het gebied in de vorm van topografisch kaarten en remote sensing beelden.
De nadruk bij de morfologische stedenbouwkundige studie ligt in alle gevallen op de ruimte. In feite gaat het niet om de ruimte op zich, maar om de elementen, die de ruimte vormen en bepalen. De verdeling, de vorm en de richting van de ruimte en de ruimte vormende elementen zoals wanden spelen een belangrijke rol bij de analyse. Naast het vastleggen van de ruimte vormende elementen op zich speelt ook het inzicht in de ruimtelijke elementen een belangrijke rol bij het onderzoek. Het onderzoek wordt vaak aangevuld met een verklaring van de elementen door de invloed van de fysieke en sociaal-economische omstandigheden en de historie (ontstaansgeschiedenis).
Kernvragen bij dit onderzoek zijn:
§ Is de vorm van de ruimte louter toeval of zijn er omstandigheden, die duidelijk invloed hebben gehad op vorm en ligging van de ruimte en de ruimte vormende elementen?
§ In hoeverre drukt de historie een stempel op de huidige vorm van stad, dorp of landschap?
Naast het bestuderen en analyseren van historische kaarten worden verklaringen gezocht van vorm en verdeling van de ruimten en de daarbij horende elementen. Een aantal vormen kunnen verklaard worden vanuit de geomorfologie en de ondergrond, maar ook de techniek van het bouwen en wetgeving spelen een rol.
De studie van Palmboom over landschap en verstedelijking tussen Den Haag en Rotterdam (1990) is daar een voorbeeld van. De analyse beoogt het ruimtelijk karakter van het gebied niet alleen in woorden duidelijk te maken, maar vooral ook in (kaart)beelden aanschouwelijk te maken. Via een groot aantal kaartbeelden wordt duidelijk gemaakt welke vorm het gebied heeft, hoe het in elkaar zit en hoe het eruit ziet. In de studie worden aspecten betrokken als (kleine) hoogteverschillen, verkavelingvormen, ondergrond, landschapvormen (zoals duinen met strandwallencomplex, rivieren met oeverwallen en zijrivieren). Deze aspecten hoe klein ook hebben wel degelijk invloed op het gebied gehad. Het tijdselement doet zich voor in een eindeloze reeks van ingrepen in het Hollandse landschap. Naast de vergelijking van historische beelden (tijdselement) met de huidige toestand wordt ook aandacht besteed aan toekomstige mogelijke veranderingen. De analyse heeft niet tot doel de huidige situatie te bevriezen, maar staat juist ten dienste van het ontwerp.
Het doel van de analyse is volgens Palmboom om “in het huidige structuurbeeld aanknopingspunten te vinden voor ontwerpvoorstellen, die een geleidelijke, langdurig en gedeeltelijk onvoorspelbaar proces van verandering te kunnen helpen sturen.
|
|
Naar
Palmboom |
Een soortgelijke studie is eerder door Buro Maas voor delen van de provincie Zuid Holland gedaan met de titel: Een beeld van het Zuid Hollands landschap (1981). Bij deze studie ligt de nadruk op het begrijpbaar maken van de ontstaanswijze en de bijbehorende landschapsvormen, die in Zuid Holland voorkomen. Tevens zijn de verspreiding van de bebouwing, het wegennet met de dijken, de waterlopen en de begroeiïng in kaarten vastgelegd. Met behulp van deze kaarten is het verband tussen deze elementen met elkaar vergeleken en de structuur van het landschap vastgelegd De studie dient als een referentie kader voor gemeente en provincie besturen om de gevolgen van ingrepen - zoals stadsuitbreiding of keuze van een gebied voor nieuwe industrievestiging – binnen het gebied te herkennen en te beoordelen. Tevens kunnen ontwerpers gebruik maken van de landschapgegevens, die in deze studie verwerkt zijn.
|
|
|
|
Naar Maas |
Een toepassing van het maken van een plan gebaseerd op morfologische gegevens is het boek “Hoe het ook anders kan” van de provincie Zuid Holland (1980). Het is een voorbeeld hoe vanuit een studie naar de ontstaansgeschiedenis van het gebied rond Hellevoetsluis motieven ontstaan voor het ontwerpen van een ekologisch rijke groenstructuur en een interessant woonmilieu. De planvoorbereiding verloopt als een creatief proces, waarbij landschapsvormen worden gedramatiseerd en getransformeerd. Kennis van verschillende vakgebieden komt samen in de uitwerking. De studie laat zien hoe in opeenvolgende planfasen een globaal bestemmingsplan vorm krijgt. Nieuw hierbij is het systematiseren van de “beeldvorming” en het zichtbaar maken van de creatieve stappen in het ontwerpproces. Elke stap uit het ontwerpproces wordt met een afbeelding (kaart of schets) en een beschrijving uitgelegd.
|
Naar Reh |
E.W. Hofstee en A.W. Vlam: Opmerkingen over de ontwikkeling van de perceelsvorming in Nederland, tijdschrift Boor en Spade nr.5, 1952
Ian McHarg: Design with nature. The natural history press, New York 1969
Buro Maas: Een beeld van het Zuid Hollandse landschap, deel 1,2 en 3, Provincie Zuid Holland 1981
Manual of remote sensing, American Society of Photogrammetry, The Sheridan Press (1983)
Frits Palmboom: Rotterdam, verstedelijkt landschap, uitgeverij 010, Rotterdam 1987
Frits Palmboom: Landschap en verstedelijking tussen Den Haag en Rotterdam, Stadsontwikkeling Rotterdam 1990
Stichting voor Bodemkartering, verschillende kaartbladen 1:50.000
W. Reh, Hoe het ook anders kan, Provincie Zuid Holland 1980
J. Verschuren, Bodemsanering van bedrijfsterreinen, Oosterhout 1991
H.A. Visscher: Nederlandse Landschappen,
Het Spectrum, Antwerpen Utrecht, 1975
[1] Luchtfoto en satellietbeeld worden samengevat in het begrip remote sensing beeld. Deze remote sensing beelden worden met gebruikmaking van verschillende opname technieken, zoals fotografie, infra rood opnames radar opnames enz. vervaardigd.
[2] Een thematische kaart is een kaart, die een bepaald thema zoals infrastructuur, of bodem weergeeft.