Capaciteit en spreiding van 5 plannen voor de Deltametropool

Prof.dr.ir.Taeke M. de Jong 2002-04-14  http://www.bk.tudelft.nl/urbanism/TEAM/

1         De bestaande toestand

Voor de bestaande toestand is het aantal inwoners per gemeente volgens het CBS 2002 oppervlaktegevoelig (300m2 per inwoner) weergegeven in cirkels van 100 000, 10 000 en 1000 inwoners. In deze pointillistische weergave betekent overlapping van cirkels direkt afleesbaar een hogere dichtheid dan nu gemiddeld in Nederland. De spreiding binnen de gemeente is bepaald door de ligging van het bebouwde oppervlak op de kaart.

 

 

Figuur 1 100 000, 10 000, 1000 inhabitants per municipality represented as 30, 3, 0.3 km2 built-up area localised on urban topography.

 

Daaraan is de capaciteit van bestaande gemeentelijke woningbouwplannen volgens de Nieuwe Kaart van Nederland 2000 grof van de kaart geschat op 570 000 inwoners toegevoegd (Figuur 2). Deze capaciteit is met het bestaande bebouwde oppervlak samengesteld tot een ondergrond 2005 waarop de ontwerpen vergelijkbaar worden. Tien eenheden van 10 000 inwoners (Amstelveen en Nieuwegein) konden daarbij worden geaggregeerd tot één eenheid van 100 000 inwoners. Dit representeert op eenvoudige wijze locaal een toenemende verstedelijking naast de meer algemene spreiding. Op deze ondergrond is als referentie de overgebleven capaciteit van NRO5 (middenscenario) getekend (Figuur 3).

 

 

 

 

Figuur 2 2005: Existing plans added.

Figuur 3 2030: NRO5

 

 

In Figuur 4 zijn deze kaartbeelden van de bestaande situatie, de plannen die nu volgens de Nieuwe Kaart van Nederland in uitvoering zijn en het gedeelte dat na aftrek daarvan nog rest voor NRO5 volgens het EC middenscenario (ABF) in tabelvorm weergegeven.

 

Present

NRO5

100 000

10 000

1 000

100 000

10 000

1 000

100 000

10 000

1 000

Bevolking (*1000)

2000

2030

2000

+Nieuwe kaart 2005

+rest NRO5 2030

Centrum Stedelijk

710

988

7

 

 

7

 

 

9

 

 

Stedelijk buiten centrum

2818

2448

22

61

 

24

41

 

22

24

 

Groen Stedelijk

415

655

 

41

 

 

41

 

 

65

 

Centrum Dorps

1337

2090

 

101

327

 

161

280

 

180

289

Landelijk Wonen

251

505

 

 

251

 

 

400

 

 

505

Werkgebied

512

454

 

 

512

 

 

380

 

 

453

Totaal

6043

7140

29

203

1090

31

243

1060

31

269

1247

+ Nieuwe Kaart

 

 

2

40

-30

=

=

=

 

 

 

+ restcapaciteit NRO5

 

 

 

 

 

 

26

187

 

=

=

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 4 Present situation 2000, existing plans 2005, National plan 2030

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het restant voor NRO5 is geïnterpreteerd als verdichtingsoperatie van 10 000 inw. erbij in of rond de stimuleringscentra (Figuur 5). Dit kwam toevallig overeen met het aantal centra.

2         Interpretatie van de plannen

 

 

 

 

Figuur 5 Interpretation NRO5

Figuur 6 Interpretation OMA

 

 

De ontwerpen van OMA (Figuur 6) en TKA (Figuur 9) zijn uit de ontwerptekeningen teruggerekend naar inwonertallen en na aftrek van de Nieuwe Kaart gespreid volgens de topografie van de tekeningen. Bij OMA zijn respectievelijk 7, 12 en 13 vierkanten van 25ha omgezet in cirkels van 10 000 inwoners (Figuur 7). 10 cirkels in het centrum van Rotterdam binnen een straal van ongeveer 3km zijn geaggreeerd tot een cirkel van 3km straal (100 000 inwoners).

 

won/ha

bezetting

inw/ha

inw/hok

hokken/cirkel

fout

hokken

ha

inw.

cirkels1km

Centraal stedelijk

30

2

60

1500

7

0.67

143

3574

214440

21

Groen stedelijk

15

2.2

33

825

12

0.12

198

4941

163053

16

Centraal Dorps

14

2.4

33.6

840

13

0.00

207

5166

173578

16

 

 

 

 

 

 

 

 

13681

551071

54

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 7 Reading units of population from the map of OMA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor het ontwerp van TKA zijn de opgegeven dichtheden per woonmilieu als weergegeven in Figuur 8 omgezet in eenheden van 10 000 inwoners.

 

TKA

won/ha

bezetting

km2

inw.

Cirkels 1km

-NKN

resteert

hoog stedelijk

100

2

3

60000

6

 

6

centrum stedelijk

50

2

31

310000

31

4

27

stedelijk

20

2.2

146

642400

64

29

35

duur wonen

15

2

126

378000

38

14

24

landelijk

10

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1390400

139

 

92

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 8 Reading units of population from the map of TKA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 9 Interpretation TKA

Figuur 10 Interpretation Snozzi

 

 

Het ontwerp van Snozzi is uitsluitend en globaal van de tekening geïnterpreteerd (Figuur 10).

In het ontwerp van H+N+S is de capaciteit van het Groene Hart door ABF op 51 000 woningen geschat. Dit komt neer op ca. 100 000 inwoners, weergegeven als één gestippelde cirkel van 100 000 inwoners omdat de spreiding in kleine stippen van 100 inwoners wel mogelijk, maar niet meer waarneembaar en onderscheidend is.

 

De ontwerpen van OMA, TKA en H+N+S konden nu in één tekening worden weergegeven (Figuur 11). Het ontwerp van Snozzi beslaat de hele Detametropool en is daarom afzonderlijk getekend (Figuur 12). De legenda is beperkt tot eenheden van 100 000 (3km straal) en 10 000 inwoners (1km). In de ondergrond zijn eenheden van 10 000 inwoners waar de topografie daartoe aanleiding geeft verdeeld over eenheden van 1000 inwoners (300m). Dat laatste is voor de ontwerplaag niet gebeurd, hetgeen de globale vergelijkbaarheid ten goede komt.

 

 

 

 

 

Figuur 11 Three complementary designs 2050

Figuur 12 Alternative Snozzi

 

 

3         De capaciteit van de plannen en de wooncontext

In Figuur 13 zijn de capaciteiten van de complementaire plannen afzonderlijk en in het totaal vergeleken en naar context (Centrum stedelijk, Stedelijk, Groen stedelijk, Centrum dorps, Landelijk, Werkgebied) uitgesplitst. Daarbij zijn de bestaande plannen volgens de Nieuwe Kaart van Nederland ingecalculeerd. Deze plannen tellen één keer mee wanneer men de drie ontwerpen samenneemt. Het experiment is dan: vergelijk NRO5 met 5 alternatieven: alleen de Zuidflank, alleen het Groene Hart, alleen de Noordflank ontwikkelen, alledrie of naar het ontwerp van Snozzi.

 

Context

Bevolking x 1000

 

OMA Zuidflank

 

H+N+S Groene Hart

 

TKA Noordflank

 

Totaal

 

Snozzi


Op de kaart herkenbaar als:

Nu aanwezig

Bestaande plannen

NRO5-EC trend

 

100 000

10 000

1000

Inwoners + bestaande plannen

 

100 000

10 000

1000

Inw. Incl bestaande plannen

 

100 000

10 000

1000

Inwoners + bestaande plannen

 

100 000

10 000

1000

Inwoners + bestaande plannen

 

100 000

10 000

1000

Inwoners + bestaande plannen

Naam:

2000

2005

2030

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Centrum Stedelijk

710

700

988

 

1

 

 

800

 

 

 

 

700

 

 

8

 

780

 

1

8

 

880

 

 

 

 

700

Stedelijk buiten centrum

2818

2810

2448

 

 

11

 

2920

 

 

 

 

2810

 

 

25

 

3060

 

 

36

 

3170

 

9

 

 

3710

Groen Stedelijk

415

410

655

 

 

16

 

570

 

 

 

 

410

 

 

35

 

760

 

 

51

 

920

 

 

3

 

440

Centrum Dorps

1337

1890

2090

 

 

16

 

2050

 

 

 

 

1890

 

 

 

 

1890

 

 

16

 

2050

 

 

24

 

2130

Landelijk Wonen

251

400

505

 

 

 

 

400

 

 

10

 

500

 

 

24

 

640

 

 

34

 

740

 

 

 

 

400

Werkgebied

512

380

454

 

 

 

 

380

 

 

 

 

380

 

 

 

 

380

 

 

 

 

380

 

 

 

 

380

Totaal

6043

6590

7140

 

1

43

 

7120

 

 

10

 

6690

 

 

92

 

7510

 

9

27

 

8140

 

9

27

 

7760

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 13 Five alternatives for NRO5 and their population specified to their urban or rural context

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uit Figuur 13 valt op te maken dat OMA alleen al in de Zuidvleugel het programma van NRO5 realiseert, terwijl TKA het alleen al in de Noordvleugel overschrijdt. De drie plannen samen overschrijden het programma van de NRO5 met 1 mln inwoners. Snozzi komt tot een extra capaciteit van ruim 600 000 inwoners. Deze extra capaciteiten wordt vooral bereikt in stedelijke gebieden buiten het centrum, de centra scoren minder dan in het NRO5.

4         De interne samenstelling van het woonmilieu

Om de kosten te berekenen zijn volgens de bijlage ‘specificatie samenstelling woonmilieu’ overeenkomstig de trend uniforme aannamen gedaan omtrent het aandeel werken, infrastructuur, groen en water in het woonmilieu per urbane context (zie Figuur 14).

 

 

Interne samensteling woonmileu

Context

Bestaand

Plancombinatie

Snozzi

Centrum stedelijk

Stedelijk

Groen stedelijk

Centrum dorps

Landelijk wonen

Werkgebied

 

 

Figuur 14 Interne samenstelling woonmilieu

 

De (Centrum) stedelijke gebieden houden de huidige samenstelling. In centrum dorpse en landelijke gebieden alsmede werkgebieden wordt met minder groen gerekend.

5         Kosten, woningen en arbeidsplaatsen

Door deze aannamen zijn de berekende kosten in Figuur 15 discutabel, maar zij lenen zich tot een voorlopige vergelijking.

 1 000 000 000

OMA

HNS

TKA

Combinatie

Snozzi

Context

wonen

werken

structuur

groen

water

totaal

wonen

werken

structuur

groen

water

totaal

wonen

werken

structuur

groen

water

totaal

wonen

werken

structuur

groen

water

totaal

wonen

werken

structuur

groen

water

totaal

Centrum Stedelijk

16

8

1

1

0

25

1

1

0

0

0

2

5

2

0

0

0

7

8

4

0

0

0

13

1

1

0

0

0

2

Stedelijk buiten centrum

14

3

1

2

1

19

20

4

0

0

0

25

31

6

1

3

1

42

35

6

1

4

1

48

58

11

2

6

1

78

Groen Stedelijk

28

11

0

0

1

41

2

1

0

1

0

3

17

6

0

1

1

25

24

9

0

0

1

35

3

1

0

1

0

5

Centrum Dorps

18

5

0

2

0

25

22

6

0

4

0

32

22

6

0

4

0

32

27

7

0

1

1

37

30

8

0

1

2

40

Landelijk Wonen

2

1

0

1

13

16

7

0

2

29

24

61

10

3

1

13

19

45

12

3

0

2

10

27

4

1

1

16

19

41

Werkgebied

1

1

0

1

0

3

0

1

0

2

0

4

0

1

0

1

0

3

0

0

0

1

0

2

0

0

0

1

0

2

Totaal

79

27

2

7

15

130

53

12

3

35

24

128

85

24

2

22

21

154

107

30

2

9

13

161

96

22

3

25

22

169

  per inwoner

434

151

9

37

83

715

293

67

17

194

134

706

470

133

13

120

114

850

593

168

10

48

72

891

532

120

19

140

119

930

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 15 Priliminary calculation of costs

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op deze wijze is NRO5 op € 721/inwoner geschat. Uit Figuur 15 kan zeer voorlopig worden opgemaakt dat behalve het plan van OMA, alle plannen duurder uitkomen.

Op dezelfde gronden kan een schatting gemaakt worden van het aantal woningen en arbeidsplaatsen.

In Figuur 16 is daartoe een voorlopige poging gedaan. Deze figuur geeft een percentuele vergelijking met de trend (middenscenario) die als uitgangspunt diende voor de NRO5.

 

 

NRO5

Bestaande

OMA

H+N+S

TKA

Combinatie

Snozzi

 

won.

abpl.

plannen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aantal

aantal

NKN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

x1000

x1000

won.

abpl.

won.

abpl.

won.

abpl.

won.

abpl.

won.

abpl.

won.

abpl.

Centrum stedelijk

494

722

71%

69%

81%

106%

71%

69%

79%

77%

89%

87%

71%

69%

Stedelijk

1224

1482

115%

93%

119%

88%

115%

93%

125%

102%

129%

105%

152%

123%

Groen stedelijk

298

372

63%

72%

87%

178%

63%

72%

116%

133%

141%

161%

67%

77%

Centrum Dorps

871

792

90%

104%

98%

96%

90%

104%

90%

104%

98%

113%

102%

117%

Landelijk wonen

211

250

79%

106%

79%

77%

99%

56%

127%

169%

146%

196%

79%

106%

Werkgebied

197

376

84%

62%

84%

75%

84%

62%

84%

62%

96%

71%

96%

71%

 

3294

3994

93%

87%

100%

100%

94%

84%

106%

101%

115%

111%

111%

102%

 

Figuur 16 Priliminary calculation of dwellings and workplaces

 

Uit Figuur 16 kan worden opgemaakt dat in alle plannen behalve dat van OMA de groei van het aantal abeidsplaatsen geen gelijke tred houdt met de groei van het aantal woningen. Dit stemt overeen met de te verwachten terugloop in de woningbezetting. Deze bedraagt bij Snozzi en de Combinatie bijna ‑10%, bij de overige plannen bijna ‑5%.

6         De rekenwijze

De totale oppervlakte van pointillistische wooneenheden uit de interpretatie van de plannen zijn uitgangspunt in de berekening. Ten behoeve van de berekening zijn in de rekenbladen van de bijlage ‘specificatie samenstelling woonmilieu’ (Zie http://www.bk.tudelft.nl/urbanism/TEAM/ publications 2003 voor werkende Excelsheets) verdergaande aannamen gedaan omtrent de context en samenstelling van de woonmilieus dan uit de plannen zelf was af te lezen. Voor de interne verhouding tussen wonen en werken is de bestaande verhouding (2000) aangenomen. De percentages infrastructuur, groen en water zijn verder geënt op de bekende aannamen voor NRO5, maar aangepast om dezelfde capaciteit te verkrijgen als de pointillistische weergave. Deze percentages (middelste linkerblok in Figuur 17) bepalen de verhouding tussen de absolute waarden (bovenste linkerblok in Figuur 17).

 

Naast iedere kolom van invoer (geel) of berekende uitvoer (oranje) is de bestaande situatie 2000 (grijs) als referentie weergegeven. Hier hebben de absolute waarden omgekeerd de percentages bepaald. De rekenrichting is tussen beide blokken met pijlen weergegeven. De capaciteit in inwoners en arbeidsplaatsen is in de rechterblokken absoluut en percentueel berekend door de absolute oppervlaktewaarden voor wonen en werken te vermenigvuldigen met een aangenomen aantal woningen en arbeidsplaatsen per hectare.

Het onderste linkerblok geeft nu de veranderingen in km2 weer en zet deze volgens de aangenomen kosten per km2 (matrix midden onder) om in een zeer globale raming van de absolute kosten en de kosten per inwoner.

 

Figuur 17 Rekenwijze